Langs de Mokkenburgweg
Via de Industrieweg in Noordhorn bereik je het weggetje door de weilanden langs de Mokkenburg die werd gebruikt als een boerderij door de familie van mijn buurman Wieringa. Zijn ouders kochten een huis aan de Langestraat 7.
Zijn broer bewoonde als boer de Mokkenburg. De weg benadert de spoorlijn die loopt naar Grijpskerk. Vroeger reden we over de spoorweg op de fiets met onze tweeling, die de spoorlijn noemden de Boing-Boing. Het geluid dat we hoorden, als we de rails raakten met de wielen. Het weggetje dat we noemden naar de Mokkenburg gebruikte ik persoonlijk om lekker te draven. De afstand die ik dan liep. was ongeveer drie kilometer. Als ik meer wilde lopen, liep ik nog een keer dezelfde afstand en ik nam vaak de tijd op.
Het weggetje gebruikte ik vaak ook om mijn zoon te leren fietsen. Met zoon Marthijs ging het gemakkelijk. Maar met Jan Mark ging dat fietsen een beetje stroef. Hij ging met mij mee, en ik drukte hem vooruit met mijn hand in de nek en hield hem in evenwicht. Ik liep hard en ondersteunde hem terwijl hij probeerde te fietsen. Af en toe liet ik hem even los. Ik bleef naast hem lopen om hem eventueel stevig weer in het nekvel te pakken. In het begin zat hij op de fiets te janken, maar ik zette door. En na verloop van tijd wende hij aan het fietsen op eigen houtje. Daarvoor gebruikten we de veilige, rustige Mokkenburgweg
De wandelaar op de Mokkenburgweg.
Het uitzicht met de industrieterrein en daarachter het dorp Noordhorn.
Mijn zoon heeft op die weg ook de liefde voor de trein opgevat. Hij heeft heel Nederland bereisd per spoor, maar ook in het buitenland en vooral in Zweden. Mijn kinderen zijn het huis uit naar België en Zweden ( de tweeling ) en mijn dochter vlakbij in Zuidhorn.
Aan de linkerhand de Schipsloot
Vlakbij de beide boerderijen van Datema en de Jong is een tunnel geplaatst voor fietsers en ook voor de koeien om in een ander weiland te grazen. De overweg over het spoor wordt niet meer gebruikt en is opgeheven. Het weggetje wordt nog regelmatig gebruikt . Ik loop via de Industrieweg via de Mokkenburg naar de tunnel, langs de boerderij van Datema, waarvan twee kinderen les kregen van mij aan de mavo . We bereiken de weg langs het Starkenborghkanaal langs Koopman richting Noordhorn, langs de Industrieweg naar huis.
Voor een dagelijkse wandeling een aardige route, weilanden met boerderijen en het kanaal met boten. Er is vaak iets te zien. Heel af en toe ontmoet je fietsers, soms wandelaars (zoals ik met pensioen).
Je ontmoet ook automobilisten, vrachtwagenchauffeurs van Koopman Burgler, Hummel, Top, Balkema. Deze route is voor mij favoriet. Ze geeft rust en drukte tegelijk. Op de weg direct parallel langs de spoorlijn worden regelmatig schapen losgelaten tussen roosters. Dan baan je een weg door de schapen die alle poepje lekker laten vallen in de vorm van dropjes. Maar gelukkig weet je, dat ze wel lijken. maar niet smaken naar drop. Wel doe je er verstandig aan je schoenen goed af te vegen van het gras.
Direct naast de Mokkenburg is een weilandje gekoppeld aan een stalgebouw voor enkele paarden, die overigens meestal buiten lopen. Een schimmel en een zwarte merrie die net een veulen heeft gekregen. De merrie staat altijd naast haar veulen zeker als die gaat liggen, wat vaak gebeurt. Voorbij de Mokkenburg is een afsplitsing van de sloot, waar veel eenden en koeten zich bevinden. Het weilandje ernaast heeft een hengst en een merrie een zwarte en een bruine.
ls je de weilanden achter de Mokkenburg inspecteert, ontdek je op een zekere dag 2 zwanen, een broedende en een inspecterende. Na verloop zijn de jongen ter wereld gekomen. Ze zijn gekluisterd bij dezelfde (blijkbaar veilige) plaats. Op een zondag ontdekken we de zwanen en hun jongen dichter bij Grijpskerk. De zwanen zijn wat aan het zwerven natuurlijk voor de jongen om iets te leren van de omgeving.
Er is altijd wat te zien of mee te maken. Toch zijn er niet bijzonder veel wandelaars. Mensen die een hond willen uitlaten, kun je ontmoeten of mensen die naar de boerderij van Datema en de Jong. Een dame die aan de Langestraat woont om te wonen vlakbij de molen, waar haar man als vrijwilliger de molen kan bedienen, laat aan de Mokkenburg haar hond uit. Ze heeft bij haar wandeling last van een sterke wind. Ik kom haar tegen en ze klaagt over de wind.Op de schapendijk heeft de wind haar beroofd van een van de sieraden, hangend aan haar oorlellen. Ze vraagt me ook te kijken of het ergens onderweg ligt. Volgens mij is dat hetzelfde als het zoeken naar een speld in een hooiberg. Ik besluit dus niet te kijken naar oorbellen die tussen schapen zijn te vinden.
Er is altijd wat te zien of mee te maken. Toch zijn er niet bijzonder veel wandelaars. Mensen die een hond willen uitlaten, kun je ontmoeten of mensen die naar de boerderij van Datema en de Jong. Een dame die aan de Langestraat woont om te wonen vlakbij de molen, waar haar man als vrijwilliger de molen kan bedienen, laat aan de Mokkenburg haar hond uit. Ze heeft bij haar wandeling last van een sterke wind. Ik kom haar tegen en ze klaagt over de wind.Op de schapendijk heeft de wind haar beroofd van een van de sieraden, hangend aan haar oorlellen. Ze vraagt me ook te kijken of het ergens onderweg ligt. Volgens mij is dat hetzelfde als het zoeken naar een speld in een hooiberg. Ik besluit dus niet te kijken naar oorbellen die tussen schapen zijn te vinden.
Maar al spoedig ontdek ik, dat ik mij mijn ogen de kost geven. Heb ik mazzel of misschien heeft ze het ding opzettelijk gedeponeerd voor mij. Ik veeg het apparaat af en met enige wil, blijkt het een langwerpig, oorbelachtig geval. Ik glijd het apparaat veilig in mijn zak en besluit het ding keurig bij haar thuis met trots af te geven. Nadat ik de route gedeeltelijk heb gelopen, wip ik even thuis aan om te plassen. Ik vertel over de oorbel die ik heb gevonden en die ik ga aanbrengen terwijl ik mijn route vervolg namelijk een rondje Noordhorn. Ik loop eerst de Langestraat langs het molenaarshuis en bel aan. De wandelaarster doet open. Ze hoort, dat ik een oorbel heb gevonden, misschien behorend bij een schaap, maar deze waarschijnlijk behorend bij een Noordhornster. Met stomheid geslagen wil ze me iets aanbieden, bijvoorbeeld koffie.
Dat lijkt me niks, maar ik zeg, dat ik mijn wandeling wil voortzetten. Een andere keer dan maar, want al gauw moet ik eten en het gaat om een warme maaltijd
Soms tref je onderweg niemand, soms heb je geluk. Deze keer is het aan de keer van het Starkenborghkanaal. Een visser draagt zijn hengel en zoekt in zijn auto naar een leefnet. Hij haalt het tevoorschijn en roept me om te vermelden met trots, dat hij beet heeft en geen flauwekul, want zijn hengel buigt enorm door. Terwijl hij net zijn materiaal wilde opbergen om te stoppen De hengel kan ingehaald worden, want hij is gewapend met een leefnet, dat hij keurig onder zijn hengel houdt. Er komt een fietser die stopt en die ook van plan is mee te genieten van deze vangst. Wij zijn twee toeschouwers. De visser staat in aanslag met het leefnet en dan tuimelt een dikke, zware snoek in het leefnet. Wat ga je ermee doen? Ja natuurlijk, eten, lekker natuurlijk. De snoek ,dat moet ze zijn, wordt even in het gras gesmeten. Hij gaat op zoek naar in de auto een groot,stevig mes. Hij zoekt een plek, waarin hij zijn mes plant en doorhaalt. "Zo gaat hij dood", mompelt hij.
De toeschouwer wil weten hoe zwaar de snoek zal zijn. "Vast wel meer dan tien kilo" Voordat hij de snoek in de auto deponeert, loop ik naar hem toe, en ik vraag: "Kan ik de vis nu al mee? Of brengt u hij met de auto langs" Hij vindt mijn opmerking niet geweldig. Hij doet net of hij me niet hoort. Hij is misschien ook voor wat de andere toeschouwer zal bedenken. Ik weet bijna zeker, dat deze visser alles voor zichzelf wil houden. Ik vind hem te hebberig, als ik let op zijn handelingen bij het vangen en het doden. Ik groet en vervolg mijn weg. Ik ben verbaasd, dat er dikke, en grote vissen in het kanaal zitten. Mijn schoonvader ving alleen spierinkjes, als hij hier ging vissen.
De Mokkenburg
De Mokkenburg
Er zijn mooie dagen bij, niet te warm en heerlijk weer om nog iets te doen. Lopen langs Mokkenburg aan de rechterkant weilanden. Er lopen rode pinken en een paar wit-zwarte kalveren. Volgens mij ligt in het gras een veulen, maar dat kan niet, want het paard is niet in buurt.
Dan realiseer ik mij, dat wat daar ligt, misschien een dood kalf ligt. Ik blijf even kijken en stop het lopen. Ik tuur naar het zwarte. dat daar ligt. Het beweegt. Het leeft, want het beweegt, maar wat is het? Is het een kalf, of een ander beest? Plotseling verandert de positie. Het lijken benen die bewegen. Is het toch een veulen? Dan worden, iets wat lijken op benen omhoog gestoken.
Ik blijf gebiologeerd kijken. Wat is het , dat steeds beweegt. Het is een mens. Je ziet ,dat blijkbaar aan iets, wat lijkt op benen met laarzen, die fietsende bewegingen maken. Is het een mens? Ik denk een vrouw. Een boer gaat niet zomaar in het weiland luchtfietsen. Een boer werkt in een weiland en ligt niet in het weiland om bruin te worden in de zon. Ik loop door, maar het biologeert me. Ik verbeeld me een vrouw die mij lokt om naast haar te komen liggen en de rest, kun je wel raden.
Er staat op mijn weg een bank en daarop ga ik zitten. Ik kan de vrouw eerlijk en openlijk zien. Ik wil zien, wat ze doet. Ze geniet van de zon en natuur. Ze geeft zich helemaal over aan de natuur. Weet ze, dat ik haar zie, of het kan haar niets schelen, waarom ik hier gaan zit. Dan begint ze te staan en beweegt naar de pinken. Ze geeft de beesten misschien iets, dat is niet te zien. Ze loopt verder achterin het weiland. Ik zie haar wat bewegen en ik besluit verder te lopen. Af en toe kijkt ik nog even om te zien , wat ze doet .Ze loopt richting naar de fiets die aan het begin van het weiland
Als ik even later weer kijk, zie ik dat ze op de fiets rijdt mijn kant uit. Straks zal ze me passeren. Wat doet ze ? Ze gaat naar de boerderij van de Jong. Ik gok dat ze een dochter van de Jong is, maar wie. Ik ken er een , aan wie ik heb les gegeven in Oldehove. Op het moment dat ik wil zien, wie het is, is ze me al voorbij. Het is niet vast te stellen, wie ze is. Ik weet ook niet hoe, groot het gezin van Laurens de Jong. Haar stem heb ik ook niet gehoord, dus ik zal deze de Jong wel niet kennen.
Toch maak je op het kleine stuk best wat mee. Op een dag meldt Douwe bij ons huis hij wil een nieuwe ketel installeren. Die klus kan een hele dag nodig duren. Hij wil dus om acht uur beginnen dan zal hij om âs avonds ongeveer zes uur klaar zijn. Hij begint met pech, hij meldt dat hij wat later komt, want ze hebben hem de verkeerde ketel gestuurd . Die fout zal hij eerst recht zetten. Als hij is gearriveerd, kan hij beginnen met het installeren, Dan rinkelt zijn telefoon. Hij wordt opgeroepen door de brandweer, waarvan hij als vrijwilliger lid is. Hij vertelt ,dat hij binnenkort toch zal beginnen met zijn ketel, die bijna ligt te verroesten. Maar de brandweer gaat voor. Al met al heeft Douwe zijn klus gered voor vanavond 7 uur. Tot zover verloopt het prima. Het echte muisje krijgt volgend jaar nog een staartje.
In de middag besluit ik weer te wandelen. Ik kies mijn bekende route. Uit het dorp klink de sirene. Is het de politie of de brandweer, of een ziekenauto. Ik ken ze niet uit elkaar. Ik laat het maar zo. Ik loop, totdat ik links afsla langs het kanaal. Uit de richting van Noordhorn richting Grijpskerk komt de brandweerauto. De wagen slaat de weg rechts lans de boerderij van Datema. Ik kijk de auto na. De brandweer rijdt terug richting Noordhorn. Er is niks zeker? Ik kijk links naar de weilanden. Op de hoogte waar ik loop. loopt een sloot van het spoor tot het kanaal. Er spartelt een koe in de sloot. Het lijkt bijna op zwemmen. Er stopt een jongen bij me om te kijken. De brandweer nadert ons en wij wijzen onze zwemmende koe. Daar is het hun ook om. Ze beklimmen ze het hek en landen in het weiland. Douwe is er bij als brandweer.
Ik vertel, dat ik speciaal voor hem een koe in de sloot heb gejaagd. Hij probeert een glimlach te toveren. Dan zie ik Jurjen. Hij hoort ook bij de brandweer. Hij vindt het leuk, dat hij het voetballen op de tweede plan heeft gezet. Dus ik kan mijn grap weer maken. Ik zeg: âJurjen, ik heb speciaal voor jou een koe gejaagd in de sloot.
Hij komt ook niet verder tot een grijnsje. Hij zal hij wel denken: Zij komen alleen voor het kijken, maar voor ons is het zware werk. Zij lopen door in het weiland naar de plek waar de koe te water ging. Achter ons stopt een landrover met twee brandweermannen. Ik herken een van hen als Klaas Jan Pijpker. Ze komen voor nodige assistentie. Er is een behoorlijk groepje. Met touwen, gekleed met lieslaarzen proberen zijde doe op de wal te krijgen. Helaas presteert de koe weinig, zij is blijkbaar al bekaf. Er ontstaat een gemartel.
Mijn mede toeschouwer klaagt, dat veel koeien die worden gered, toch worden afgemaakt, omdat ze teveel water hebben binnengekregen. Daarvoor sta ik niet te kijken. Ik wil het alleen zien, als het goed afloopt. De jongen zegt, dat hij naar huis moet om te eten. Ik besluit, dat ook te doen.
Gelukkig zie ik Douwe de volgende dag weer. Hij doet nog een klusje voor ons. De dakgoot is lek. Hij verhelpt het probleem. âDe koe heeft het geredâ zegt hij. âZe hoefden haar niet afmakenâ. Gelukkig!
Geen bochtverruiming ....nog!
Aan de overkant!
De spoorbrug....Hij wordt vervangen in de toekomst!
Bij de Jong is Willeke met haar kinderen weer in het ouderlijk huis ingetrokken. Ze is genoemd naar haar oma Wilmkje. Ze woonde met Oane twee huizen terug bij de brug. We komen vaak op bezoek om even te kletsen. Oane woonde aan de Langestraat, nadat hij stopte met de boerderij. Hij was getrouwd met een Wilmkje naar wie Willeke werd vernoemd.
Geen bochtverruiming ....nog!
Aan de overkant!
De spoorbrug....Hij wordt vervangen in de toekomst!
Bij de Jong is Willeke met haar kinderen weer in het ouderlijk huis ingetrokken. Ze is genoemd naar haar oma Wilmkje. Ze woonde met Oane twee huizen terug bij de brug. We komen vaak op bezoek om even te kletsen. Oane woonde aan de Langestraat, nadat hij stopte met de boerderij. Hij was getrouwd met een Wilmkje naar wie Willeke werd vernoemd.
Ik vond de foto van WILMKJE de JONG op de tweede rij en gerekend van de zevende plek!
De jongs- en meisjesclubs van de gereformeerde kerk Zuidhorn
Opa Oane vertelde dat hij niet mocht meedoen aan het avondmaal, omdat hij geen belijdenis durfde te doen. Hij, vond dat hij in de ogen van God niet vroom was. Eenmaal oud, begreep hij niet dat de kerk jonge kinderen zonder meer toeliet tot het avondmaal, terwijl hijâ¦â¦â¦â¦â¦..
In de winter zijn de koeien op stal,maar de schapen houden het buiten vol. Er wordt inderdaad voor het eerst na jaren geschaatst. Ook de mensen van de Jong hebben een mooi slootje gevonden. Ze rijden duidelijk met plezier. Verder is er een reiger die zich laat zien en soms een haas, maar verder zijn er alleen eenden en andere vogels om je heen.
In januari wordt het weer iets beter met meer zon. Als ik aan het eind van januari mijn rondje weer loop zie ik in weilanden geen schapen meer. Alleen is een bok in het weiland. Geen schaap is te zien. De bok loopt maar een beetje rond. Hoe komen op deze manier lammetjes? Ik kijk de bok na. Ik heb medelijden met hem.
In februari heb ik de Mokkenburgroute gelopen met mijn kleindochter Olivia.en mijn schoondochter en natuurlijk Jens in de kinderwagen. Ik vertel van de fietslessen die ik gaf aan Jan Mark en zijn eerste kennismaking van het spoor, die hij de Boing.Boing noemde. Olivia is een echte puber van vier jaren. Overal stopt ze, totdat zij zich laat overhalen en â¦â¦â¦â¦ eindelijk zijn we weer thuis.
Het is april .Langzamerhand komen de koeien in de wei. Er heeft zich genesteld een zwaan. Een paar dagen heb ik maar één geteld. Hoe zit dat?
De zwanenkoppel met kroost!
ZOMER 2012Met oma ging ik op zondag fietsen, omdat het heel mooi weer was.'s Morgens ging ik alleen wandelen langs de Mokkenburgroute. Er viel me niks bijzonder op, behalve bij de paarden bij de hobbyboer. De zwarte merrie had een of twee jaar geleden een veulen. Ze waren met zijn tweeën voortaan. Maar het witte paard bleef alleen over. Werd zij dan niet meer drachtig? Maar waarachtig. Het was toch gelukt. Er was een veulen geboren.Deze veulen was wat groezelig, maar was toch geboren met 4 poten, manen, enz. En toen ik voorbij ging met mijn fototoestel in de aanslag, zag ik dat het veulen op zoek was naar een tepel om waarschijnlijk te drinken.Dat is toch een vreemd gezicht.Het veulen moet een lange kromme hals maken om bij de tepel te komen. Natuurlijk nam ik een foto. Op een afstand stonden de twee paarden, waarvan de ene eigenlijk een veulen was van de ander, maar ik kan niet meer zien, wie was veulen enwie de moeder. Zo leken ze meer twee zussen. Met mijn foto was ik zo blij, dat ik bij de fietstocht het fototoestel had vergeten. Ik had al een mooie foto voor deze dag. Dat moest wel genoeg zijn. Dus we reden op de fiets over de Mokkenburg en oma maakte mij attent op een loopvogeltje, dat midden in de Schipsloot een nest had gemaakt. Ze zat maar te plukken aan het nest om het beter te krijgen (te fatsoenen) Op het moment, dat we deze bedrijvigheid zagen gebeuren, ontdekten we allebei, dat we niet hadden gedacht om het toestel mee te nemen. We zagen een heel mooie actie, maar die foto bleef achterwege.
Op maandag ging ik 's middags weer wandelen. Het was weer prachtig weer en ik nam het toestel mee. Ik legde het om mijn nek. Het zwaaide dan een beetje voor mijn neus bij het lopen.Ik naderde de Schipsloot en wat zag ik: De loopvogels waren net begonnen het nest met de moeder te verlaten. Maar , terwijl iedereen moeder al volgden, bleef een kind achter ophet nest en maakte geen aanstalten moeder te volgen. In de verte zag hij het hele gezin, en hij was er niet bij. De moeder had nu een gewetensconflict. Moest zij het laatste kind op het nest afhalen en de anderen aan hun lot te overlaten. Dus wat deed de moeder, ze gokte op de wanhoop van het nestblijver de achtervolging te inzetten. Dat gebeurde. De bangerd verzamelde alle durf en zette de achtervolging in. Van deze actie maakte ik mijn laatste foto, om mij wandeling voort te zetten. Dit was toch gelukt. Het verhaal van waterhoentjes in de Schipsloot met het veilige nest. Ik schoot nog een grote boot in het Van Starkenborgkanaal. Toen kwam ik thuis.
Opa
DE SCHIMMEL HEEFT OOK EEN VEULEN AAN DE MOKKENBURGWEG |
HET NEST VAN WATERHOENDERS |
WAT KOMT ER DOOR HET VAN STARKENBORGHKANAAL ? |
Ik liep naar de bank om over de weilanden te kijken. Zie ik daar nog wat bijzonders? Daar reed inderdaad een Hooischudder. Hij reed het vaste patroon over het gemaaide gras. Ik wachtte tot hij de ideale positie innam en klikte.Steeds hetzelfde vierkantje was wel wat eentonig.
Vlakbij de bank waar ik was gezeten, kwamen er twee meisjes, elk met een plastic zak met kadetjes. Ze peuterden de kadetjes uit de zakken en voerden die aan de pony's . Geroutineerd letten ze op, dat de pony hun vingers ook opaten.
Ze zeiden niets tegen me. Alle aandacht ging naar de pony's. Eenmaal klaar fietsten ze richting naar de boerderij De Jong.Ik volgde hun richting de tunnel. Langs de tunnel gekomen zag ik het weiland dat geschud was.
Wat was er veel gemaaid gras. En dat maar inkuilen!
Vanwege het mooie weer loop ik elke dag mijn route met het fototoestel. Er is een eend met zes kuikens. Haar ontdek ik elke dag. Ze bestaan nog alle zes.
De waterhoentjes circuleren rond het nest bij de Schipsloot. De moeder heeft momenteel jongen en de vader beschermt ook 2 kuikens.
In het weiland achter de Schipsloot zijn drie meisjes bezig met de pony's. Ze berijden hen. Ik zal maken foto's. Ik neem van de bank wat foto's en vervolg de route. Het blijft steeds prachtig weer.
Het is pinksteren
Vlakbij de bank waar ik was gezeten, kwamen er twee meisjes, elk met een plastic zak met kadetjes. Ze peuterden de kadetjes uit de zakken en voerden die aan de pony's . Geroutineerd letten ze op, dat de pony hun vingers ook opaten.
Ze zeiden niets tegen me. Alle aandacht ging naar de pony's. Eenmaal klaar fietsten ze richting naar de boerderij De Jong.Ik volgde hun richting de tunnel. Langs de tunnel gekomen zag ik het weiland dat geschud was.
Wat was er veel gemaaid gras. En dat maar inkuilen!
HET VEULEN GESTREKT |
DE TRACTOR AAN HET WERK |
DE DAMES BRENGEN BROOD AAN DE PONY'S |
De waterhoentjes circuleren rond het nest bij de Schipsloot. De moeder heeft momenteel jongen en de vader beschermt ook 2 kuikens.
In het weiland achter de Schipsloot zijn drie meisjes bezig met de pony's. Ze berijden hen. Ik zal maken foto's. Ik neem van de bank wat foto's en vervolg de route. Het blijft steeds prachtig weer.
Het is pinksteren
FOTO'S MAKEN ACHTER HET HEK |
NU ZIE JE HET BETER! |
DE EENDEN |
BIJ DE SCHIPSLOOT
's Middags heb ik gelopen. Bij het voormalige zwembad van Noordhorn liepen 2 merries met hun veulens. Ik heb ze op mijn gevoelige plaat gezet.
Het boerenbedrijf was zeer actief. Stront werd geïnjecteerd.
Bij de de Schipsloot was er niets te bekennen, dacht ik, maar..... Plotseling zag ik een eend met zo'n 5 kuikens in slagorde zwemmen. Deze eend met kuikens botste op een waterhoen met ook ongeveer 5 kuikens. De waterhoen ging over op een schijnaanval.
Zo beschermde zij haar kroost bij voorbaat. Als je ze wilt zien moet je er op inzoomen.
Bij de Mokkenburg waren 2 mannen en een vrouw bezig te schapen te injecteren, tenminste dat maakte ik ervan. Als ze dat niet deden, dan flikten ze vieze dingen met de schapen......in het openbaar??
Dat wil ik niet geloven!!
Bij het weiland van Kooi
De Schipsloot
Op de boerderij Mokkenburg leefden indertijd de oom van buurman Willem Wieringa met zijn vrouw, zonder kinderen. De ouders van Willem kochten het pand nummer Langestraat 7. De boeren hadden toen geld in overvloed.
Later kwam op de Mokkenburg een hobbyboer zonder land met een hang naarkunst. Mokkenburg heeft nu in de tuin een -te koop- bord en bij de ingang van Mokkenburgweg!! Voor ons is het het pand inmiddels te groot! ......... toch jammer!!
's Middags ging ik zelf weer wandelen tussen uitzendingen van de Olympische sporten door. Gedurende een week had ik niet meer gelopen en het leek, of ik goed uitgerust was. Langs het gedeelte parallel aan de spoorlijn zag ik een koe, die moederziel alleen naar de stal sjokte vanuit het weiland.
Toen ze halverwege kwam, keek ze nog even om, alsof ze dacht, waar blijven de andere collega's toch? Helaas was zij de enige, die sjokte naar de stal. Ze bleef staan en loeide één keer vervaarlijk, alsof ze vroeg: "Waar blijven jullie toch?" Vervolgens raadpleegde ze haar Rolex en zag, dat het maar half vier was. Deze tijd was niet geschikt en ze besloot zich fluitend weer te voegen bij de kudde, alsof ze niets bijzonders had uitgevreten!
Om half vijf was moeder nog niet terug. Ik besloot de route nog een keer weer te nemen.
De koeien waren nu verdwenen uit het weiland, alsof ze niet daar een hele tijd waren geweest!
Het viel me op, dat naarmate de dag vorderde de wandeling gemakkelijker werd, eigenlijk wel gek, want ik liep nu voor de tweede keer.
Dan wordt het tijd mijn vaste wandeling te beginnen. Ik heb mij fototoestel vergeten. Als ik de Mokkenburg nader, heb ik al zin om even te rusten op de bank. Je kan prachtig uitkijken over de weilanden en Noordhorn. Al gauw ontdek ik dat mijn bank bezet . Dat moet de Afghanistaan of Irakees zijn, die je regelmatig ziet in Noordhorn en de winkels van Zuidhorn. Vaak wordt hij vergezeld door zijn vrouw. Zijn ze gevlucht? Welke achtergrond hebben ze? Ik weet het niet.
Ik besluit, dat als hij begint, dan maak ik een gesprek met hem. Als het weer goed is, dan zit hij vaak op de bank met een boek bij hem en een radio naast hem, die hij zachtjes aanzet. Hij heeft dus de hele bank ingenomen.
Ik besluit hem te groeten en door te lopen. Ik zie daar 2 fietsers naderen, komend van de boerderij van De Jong. Ik schat ze rond de leeftijd van 5 jaar. Als ze mij bijna passeren, dan zegt zij: "Ik ben verliefd op u" Ik heb de indruk, dat ze dat zegt om indruk te maken op haar metgezel van het mannelijk geslacht. Ze fietsen verder met stiekem en onderdrukt gelach. Ik maak alleen een luchtsprongetje en vervolg mijn weg, wel wetend, dat dit niets kan worden. Ik ben getrouwd en bovendien is ze veel te jong voor mij. Maar stiekem ben je toch geflatteerd.
Het is me toch wel gelukt.
Als ik de tunnel nader komen de kinderen terug. Ze hebben misschien een boodschap gedaan voor hun moeder en keren terug naar de boerderij, waar ze wonen. Toch ben ik nieuwsgierig over de tekst, die ze weer hebben, of gaan ze stilzwijgend verder als ze mij voorbij fietsen.Zij zegt: "Ik wil wel met u trouwen!" In haar gedachten was ze al verder dan ik! Hoe moet ik reageren??Iets wat:
"Voor jou ben ik te oud". Voordat ik dat zeg, hoor ik de jongen: "Ik wil ook met uw trouwen" Dan bedenk ik: Dat kan dus niet. Hij moet eerst nog de puberteit meemaken om te ontdekken, dat hij op de andere kant verliefd raakt. Dat gaat gepaard met veel nadenken, kortom geen flauwekul.
Deze kinderen maken er flauwekul van. Stiekem vind ik dat jammer. Ze bedenken een toneelstukje, waarin ik meedoe zonder tekst. Ik maak een vuist, omdat ik blij moet zijn.........
Toch baal ik. Het jongetje heeft mijn toneelstukje verpest met zijn rol van homo avant le date.
Thuisgekomen vertel ik dit verhaal mijn vrouw. Ze is onder de indruk. Dat bedoel ik met de correcte en juiste reactie. Kinderen zijn op hun leeftijd van ongeveer 5 jaar bijzonder wreed!
......Of ben ik te gevoelig!!
In het weiland zijn ze druk bezig
Hier zitten op de bank twee dames die alles bekijken!
Iemand van de boerderij De Jong is aan het schudden de hooi vlakbij waar HAK bezig is! Ik laat HAK achter me en vervolg mijn weg, want ik kan niet iemand te spreken krijgen. De twee tractors van boerderij De Jong ontmoeten elkaar!
Er is veel aan de hand!
Jan Blaauw laat ook zijn licht erover schijnen.
Eveneens heeft Jan Blaauw de neiging om alle gebeurtenissen met elkaar in verband te brengen.
Wij zullen het inderdaad zien!
Geen aardgas..........maar waterleiding in het “Land van Mokkenburg”….
oktober 20, 2012
Naar aanleiding van de fotoslentertocht op zondag 23 september jl. liet ik de volgende foto zien:
Ik vroeg me toen af of het hier wellicht om een aardgasleiding handelde, aangebracht door de bekende firma Hak. Echter, er kwam een reactie binnen van Henk Geertsema (Noordhorn): Reactie slentertocht 23 september: Foto van een leiding in het land bij Mokkenburg. Volgens de jonge Datema op Tolhek is dat een hoofdwaterleidingbuis en zo als het er nu voorstaat, wordt hij maandag onder de spoorbaan doorgetrokken. Het gat is geboord. Aan beide kanten van de spoorlijn zijn machines opgesteld. Henk, bedankt voor de toelichting! Nog een tweede foto met diezelfde hoofdwaterleidingbuis: ©foto’s: jan blaauw, 23 september 2012
DE MOKKENBURG
LANGS DE MOKKENBURG
|
Geen opmerkingen:
Een reactie posten